Plaatsing van mijn werk in een ruimere context

Mijn werk plaatst zich binnen het kader van herinneringseducatie voor onderwijs maar ook als onderdeel van het collectief geheugen van onze maatschappij. Toen omwille van de verhoogde alarmfase in ons land de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid aan de Dossinkazerne afgelast werd dit jaar, kreeg mijn project die extra dimensie. De holocaust en acties als deze – de bevrijding van een deel van het XXste konvooi naar de concentratiekampen – moeten in de herinnering levendig gehouden worden. Ik probeer dit hiermee op een eigentijdse manier te verwezenlijken.

Uitleg volledige masterproef

In deze tekst is het wat en hoe van mijn masterproef beschreven. Er is duidelijk omschreven hoe het proces in zijn werk is gegaan en welke keuzes er tijdens mijn masterjaar gemaakt zijn op het vlak van mijn project.

Licht is altijd iets geweest dat me fascineerde en daarom wou ik naar aanleiding van mijn onderzoek naar schaduw vorig jaar nu het tegenovergestelde – namelijk licht – onderzoeken. Een lichtsculptuur maken op zich behoort echter niet bepaald tot mijn richting daarom wou ik licht gebruiken op een grafische manier om een boodschap te communiceren.

Hierdoor ging ik op zoek naar een thema waarbinnen ik dit kon uitwerken. Al sinds het begin wou ik iets zoeken binnen de stad waar ik geboren en getogen ben namelijk Mechelen. Er waren verschillende onderwerpen die zeker interessant waren en daarbij koos ik in eerste instantie voor de mythe van een watermonster dat in de Mechelse wateren zou gewoond hebben namelijk „Nekki”. Bij het samenbrengen van dit verhaal met licht wilde ik aanvankelijk een griezelige zoektocht ontwikkelen aan de hand van Glow In The Dark en dergelijke.

Na enige tijd besefte ik dat het niet precies dat was waar ik naar op zoek was en ik onderzocht welke andere interessante zaken ik nog kon vinden in Mechelen. Na het herbekijken van mijn notities kwam ik op de verschillende verhalen vanuit en in verband met de Kazerne Dossin in Mechelen. Dit was tijdens WOII een verzamelkamp van waar de deportatietreinen vertrokken. Op 19 april 1943 is echter het XXste Transport vertrokken. Om verschillende redenen is uitgerekend dit trasport later de geschiedenisboeken is ingegaan. Dit konvooi was het eerste met goederen-/beestenwagons waardoor de gedeporteerden in nog slechtere omstandigheden werden weggebracht dan in de vorige persoonsvoertuigen. De nacht dat dit konvooi vertrokken werd er echter een bevrijdingsoverval gepleegd op dit XXste Transport. Het was het enige deportatietransport op Belgische bodem waarbij de trein volledig tot stilstand is gekomen en waardoor men zo enkele mensen heeft kunnen redden van de gruwel die hen te wachten stond.

Geïnspireerd door alles wat er sinds dit jaar te doen is rond de honderdste verjaardag van de Grote oorlog in ‘14-‘18 wilde ik voor deze gebeurtenis ook een herdenkingsevent uitwerken, waarbij licht een belangrijke rol zou spelen. Omwille van de dreiging van terrorisme werd er dit jaar geen herdenking meer gehouden aan de Dossinkazerne, terwijl dit anders jaarlijks plaats vond. Als masterproef heb ik gekozen om een voorstelling van een kunstdossier te maken voor een herdenkingsevent dat past binnen de herinneringseducatie want deze zaken mogen nooit vergeten worden. In dit dossier staat de volledige wandeling uitgelegd met al de verschillende aspecten die er belangrijk zijn zoals het hoor- en lichtspel.

Mijn onderzoek over al deze reeds aangereikte aspecten zijn samengebracht op mijn onderzoeksblog en deels in mijn onderzoeksboek waar ik verschillende aantekeningen in heb gemaakt. Ook sommige besprekingen met zowel het coachend team als mijn individuele mastercoach staan op deze blog of in mijn onderzoeksboek. In het onderzoek zelf heb ik ook veel informatie en begeleiding gehad van Laurence Schram, senior onderzoekster in de Dossinkazerne. Ze is namelijk al 10 jaar bezig met onderzoek naar de transporten en heeft begin dit jaar haar essay ingediend met onder anderen onderzoek naar het XXste Transport. Het was zeker voor mezelf zeer belangrijk dat de informatie zo correct en accuraat mogelijk was. Dit is moeilijk aangezien er continu nieuwe zaken en namen worden ontdekt in deze materie.

Zowel mijn onderzoek, procesfolio als mijn uiteindelijke masterproef namelijk het voorstellend kunstdossier zullen gepresenteerd worden op een zelf ontworpen tafel. De tafel is geïnspireerd op de houten goederenwagons die gebruikt zijn voor het XXste Transport. De glasplaat bovenop verwijst dan weer naar de raid die gebeurde in Warschau op hetzelfde moment als de bevrijdingsoverval in Boortmeerbeek, Kristallnacht alsook de verschillende invallen die er op alle plaatsen zijn geweest waarbij Joodse mensen werden opgepakt om nadien gedeporteerd te worden.

De presentatietafel staat los in een ruimte en is volledig zelfvoorzienend van stroom – zonder kabels die zichtbaar zijn. Op de tafel ligt een glazen blad waar door optische illusie gezorgd is dat het lijkt alsof er een gat in het glas zit. Als je erdoor kijkt zie je nog glasscherven vallen en reeds enkele op de bodem liggen. De glasplaat is bovenaan ingewerkt in een houten frame waar onderaan de lichtstrips in verwerkt zijn zodanig dat deze niet zichtbaar zijn. De draden hiervan worden verwerkt in het hout richting de valse bodem van de tafel. Onder de valse bodem zit een batterij die ervoor zorgt dat de tafel van binnenuit verlicht is. Rondom het frame van de tafel is het afgewerkt met reeds gebruikt sloophout voor een authentiekere look.

Presentatietafel

Voor de presentatie heb ik gekozen om geen gebruik te maken van de witte blokken/presentatietafels van de school maar om zelf een gepaste tafel te maken.
Op deze tafel zullen zowel het kunstdossier als mijn procesfolio terug te vinden zijn.
Deze zal volledig vrij kunnen staan en doormiddel van en valse bodem met daaronder een batterij zelf kunnen zorgen voor de verlichting zonder enige draden die eruit komen.

Het idee rond deze tafel is hout gebruiken waaruit ook de wagons van het XXste Transport waren gemaakt. Het glas verwijst dan weer naar Kristalnacht maar ook de grote raid in Warschau die plaatshad op hetzelfde moment als de bevreidings overval in Boortmeerbeek. Door het stuk glas dat lijkt weg te zijn zie je nog stukken glas vallen en reeds enkele scherven op de bodem liggen. Rond de glasplaat is een houten omkadering gemaakt wegens veiligheid en stabiliteit. Onder deze houten rand zit de verlichting ingewerkt namelijk warm witte ledstrips. Deze zorgen ervoor dat je binnen in kan zien wat er juist ligt.

De bovenste glasplaat is wegens veiligheid gelaagd glas kwestie zeker te zijn dat niemand zich zou kunnen kwetsen. Zowel de glasplaat als de kader zijn reeds in mijn bezit en volgend weekend zou de uitwerking ervan beginnen.

11117549_10206589398594602_880088280_n

239521530_1-sloophout-planken-diverse-afmetingen Dit is het hout dat zou gebruikt worden voor de afwerking en zijkanten van de tafel.

Dossier cover concept

Bij deze een ruwe schets van hoe de cover van het dossier zal opgebouwd worden.

Momenteel ben ik nog aan het kijken naar het juiste hout voor dit te maken maar de rest van de zaken liggen reeds vast zoals de verbindingen van cover met rug dat zal gebeuren doormiddel van een pianoscharnier in het goud over heel de hoogte van de cover. De ringen binnenin dan weer met de draad van prikkeldraad.

Schermafbeelding 2015-05-31 om 11.27.48

Cover test

Voor de cover van mijn kunstdossier wil ik meteen een impact maken.
Dit zou ik doen doormiddel van gebruik te maken van een houtencover waar “XX” ingebrand is zoals de naam van het dossier maar ook 4 lijnen prikkeldraad ingebrand.
In het dossier zullen deze 4 lijnen verder lopen die als ringen fungeren en vervolgens op de achterkant van de cover verder gaan.

Bij deze enkele foto’s van de test om te kijken op welke manier het beste was om zowel de “XX” als de prikkeldraad in het hout te branden plus welk soort hout hiervoor het beste is.

IMG_7741 IMG_7743 IMG_7744 IMG_7746

Tekst publicatie tot nu toe

De volgende tekst is degene die gebruikt zal worden in de publicatie horende bij het event. Deze dient nog verder aangevuld te worden met getuigenissen maar dit is bij de opmaak samen met de afbeeldingen van de gedeporteerden.

Deze tekst is ook de leidraad voor de tekst van het hoorspel.

intro over event/herdenking

..

functie kazerne dossin

Vanuit de 18de-eeuwse Dossinkazerne werden tussen 1942 en 1944 25.484 Joden en 352 zigeuners weggevoerd. Amper 5% keerde levend uit Auschwitz- Birkenau terug. Kazerne Dossin is een intense plaats van herinnering, een unieke ‘lieu de mémoire’. Het museum gaat in op de vervolging van Joden en zigeuners in België. Tot midden 1942 kon de bezetter overal in België rekenen op de vaak welwillende medewerking van de overheden. Hoe was dat mogelijk? Waarom ook die vervolging? Wat betekende ze voor de slachtoffers, en hoe reageerden zij? Was er dan geen verzet? Dit zijn kernvragen in dit museum.

Kazerne Dossin heeft het niet enkel over de ‘Belgische casus’ maar is ook een museum over massageweld. Vanuit de Holocaust gaat Kazerne Dossin op zoek naar de tijdloze mechanismen van groepsdruk en collectief geweld die in sommige omstandigheden kunnen uitlopen op massamoord en genocide. Deze vraagstelling raakt de kern van de moderne mensenrechten, met hun nadruk op vrijheid en non-discriminatie. Vanuit het gedrag van daders en meelopers wordt de bezoeker alert gemaakt voor collectieve geweldmechanismen midden onder ons en voor de mogelijkheid om ‘neen’ te zeggen. Zulke benadering vraagt om een bijzondere aanpak. Daarom krijgt de bezoeker bij de aanvang een introfilm te zien waarin het museum en zijn indringende vraagstelling worden voorgesteld.

soort transport

Transport XX was een zeer speciaal transport. Op de deportatielijst stonden enkel joden maar geen enkele met de Belgische nationaliteit. Meeste van de gedeporteerden hadden een Pools origine maar wel met verschillend verhaal: vreemdelinge, vaderlandsloze, nieuwe immigranten en vluchtelingen van alle leeftijden.

Het merendeel van de weggevoerden was arm, laaggeschoold en behoeftig. Het waren veelal joden zonder beroep, marktkramers, handarbeiders en huisvrouwen. Ambachtelijke beroepen waren ook sterk vertegenwoordigd. Het aantal scholieren (86) lag hoog wegens het grote aantal kinderen.Vaak bestonden de weggevoerde ook uit drie generaties: grootouders, ouders en kinderen. Soms ontbrak de grootvader of vader omdat deze al met een eender transport was afgevoerd.

Op de vorige transporten waren verschillende keren onrustigheden geweest en tal van ontspanningspogingen. Daarom werden voor dit tranport extra maatregelen getroffen. Zo waren de wagons geen derde klas rijtuigen maar beestenwagons zonder een raam waardoor men kon ontsnappen. Ook tijdens het transport waren er extra zaken voorzien.Zo werden de wagons werden vergrendeld met prikkeldraad en de Duitse escorte bewaakte de trein zowel vooraan als achteraan de trein.

Gedeporteerden die bij een vorig transport erin waren geslaagd te ontsnappen en opnieuw waren opgepakt, kwamen op de zogenaamde Sonderlist terecht, die voorafging aan de eigenlijke deportatielijst. Op deze lijst stonden de namen van mensen die eerder ontspant waren maar opnieuw opgepakt waren. De wagon van die gevangene bevonden zich vlak achter die van de bewakers zodat ze extra in het oog werden gehouden.

1 van de mensen op de Sonderlist getuigd Samuel Perl.

Samuel Perl getuigde na de oorlog: ‚Mijn tweede ontsnapping was die uit het XXste Transport. Het was 19 april 1943, de dag na de joodse Paasavond. Deze keer werden wij in goederenwagons gestopt. Op de daken werden machinegeweren bevestigd. Ik stond met de groep ‚geflitsten’ onder Sonderbewachung. Onze wagon werd aangevuld met gewone Häftlinge, vrouwen, zuiglingen en grijsaards. Nog in de kazerne werden wij door het joodse personeel gewaarschuwd dat wij ditmaal speciaal bewaakt zouden worden. Zonder enige kans op ontsnapping.’

Maandag 19 april 1943 was een grijze dag, het regende pijpenstelen. Wachtrijen van tweehonderd gedeporteerden werden gevormd. De locomotief met een veertigtal beestenwagons stond opgesteld langs het kanaal van de Dijle, vlak bij de Dossinkazerne. De trein reed wagon per wagon vooruit naargelang de gedeporteerden per groep van vijftig volgens hun transportnummer opstapten.

Het instappen duurde tot in de late namiddag. Stipt om 22 uur en bij vollemaan vertrok Transport XX uit de Dossinkazerne. De trein D.A. 801.246 vervoerde 1.631 gevangenen. Het XXste Transport was een groot transport, maar het XIste Transport met 1.741 gedeporteerden was het grootste jodentransport.

Reden briefjes

Vrijwel meteen nadat de trein was vertrokken gooiden de gedeporteerden briefjes naar buiten. Het waren kleine emotionele boodschappen waarvan de gedeporteerden hoopten dat iemand ze aan hun vrienden en familie zou bezorgen.

  • verhaal Felix Lipzitsky

verzet binnen en buiten Transport XX

Intern: verzetsmensen

In de Dossinkazerne waren vooral verzetsmensen bezig met concrete plannen te maken om uit de trein te ontsnappen. Enkele dagen voor 19 april kregen de gevangenen van de Dossinkazerne het bericht dat hun trein zou worden aangevallen door het verzet. Dat stond op een klein briefje dat mee binnengesmokkeld was in een van de pakketjes die de geïnterneerden ter aanvulling van hun karige rantsoen mochten ontvangen. De informatie werd verspreid maar er werd niet veel geloof aan gehecht; voor de meesten was het slechts een van de ontelbare geruchten.

Belangrijk om een ontsnapping mogelijk te maken, was dat leden van eenzelfde verzetsgroep samen in dezelfde wagon zaten. De joodse bediende Eva Festag manipuleerde daartoe de deportatielijsten. Het was die groep verzetsstrijders die het transport de bijnaam ‚transport van de springers’ meegaf.

Getuigenis!!!!!!!!

De beestenwagons die gebruikt werden voor Transport XX werden door mede gevangenen voorbereid. Deze konden in het stro vervolgens verschillende wapens verstoppen en dan zeker in de wagons waar er verzetsmensen in aanwezig waren maar ook in de andere wagons probeerden ze verschillende goederen en wapens te verstoppen. Door deze hulp van binnen uit zijn verschillende mensen zoals Regina Korchmal kunnen ontsnappen.

Opmerkelijk was dat de Gestapo slechts vlak voor het vertrek wist dat er verschillende verzetsmensen aanwezig waren op dit transport. Normaal werden leden van het joodse verzet, communisten en gewapende partizanen apart in Breendonk gevangengehouden. Er zouden negentien verzetsmensen op Transport XX gezeten hebben.

Extern: planning van de bevreidingsactie

De actie tegen Transport XX werd oorspronkelijk beraamd door Maurits Bolle, Roger Van Praag en Ghert Jospa van het Jood Verdedigingscomité. Met hun drieën werkten ze het gedurfde plan uit om de joden te bevrijden uit Transport XX. De begeleidende Duitse escorte op het transport zou zo veel mogelijk ontzien worden. Maistriau was daarom later kwaad op Youra Livschits omdat die zich tegen de afspraak in had bewapend.

De bedoeling was de trein te laten stoppen om dan van de verwarring gebruik te maken om de deuren van de wagons te openen, de gevangenen aan te sporen op de vlucht te slaan en hun geld te geven om terug te keren naar hun onderduikadres.

Het Joods Verdedigingscomité voerde het plan uiteindelijk niet uit omdat het niet over voldoende mensen, middelen en ervaring beschikte om een dergelijke gewaagde actie tot een goed einde te brengen. Daarop nam Jospa contact op met de leider van de gewapende partizanen en Groep G(een verzetsorganisatie gespecialiseerd in sabotage) maar ook deze vonden de actie te gewaagd. Bij Groep G had hij contact met Youra Livischitz die meteen gefascineerd raakte dor de eenvoud van de bevrijdingsplan maar deze kon zijn vrienden en Groep G niet overtuigen.

Livschitz was niet van het plan af te brengen en bewerkte samen met Robert Leclerq het plan tot iet haalbaars. Uiteindelijk vond hij de nodige steun bij zijn twee schoolkameraden Robert Maistriau en Jean Franklemon. De gevaarlijke actie ging uitgevoerd worden door drie onervaren en slecht voorbereide jeugdvrienden van het Atheneum in Ukkel: de jonge onstuimige arts Youra Livischitz, de avontuurlijke toneelspeler Jean Franklemon en de dire jaar jongeren maar behoedzame Robert Maistriau.

Maistriau herrinerde zich: „Robert Leclerq zei me: „Luister vermits je beschikbaar bent, als je wil, ga er dan voor.” Ik aarzelde niet. Ik was jonger dan Livischitz en ik voelde heel veel respect voor hem sinds ik hem kende van het Atheneum van Ukkel. Ik moet zeggen dat ikzelf en de kameraden hem graag mochten. Ik denk dat je tweeëntwintig haar oud moet zijn om zulke actie je wagen of wel moet je beschikken over en sterk geloof zoals Livschitz dat uitstraalde.”

verhaal vooraf+ verhaal machinist

De drie schoolvrienden Livischitz, Franklemon en Maistriau kwamen op de avond van 19 april 1943 rond half tien bijeen op het Meiserplein in Schaarbeek. Maistriau had het materiaal dat zijn vriend had gevraagd bij zich in zijn fietstas. Het waren vier tangen en een lamp van het Duitse merk Freuerhand. Hij bevestigde rood zijdepapier om een stormlamp en maakte er zo een rode signaallamp van. Vervolgens fietsen de drie richting Haacht. Toen ze de bosweg parallel aan het spoor tussen Haacht en Boortmeerbeek bereikten was het bijnz 22 uur. Hun fietsen verborgen ze in de struiken en ze spraken af elkaar na de actie daar opnieuw te treffen. Livschitz deelde de bundeltjes van 50 BEF-biljetten uit aan de twee vrienden.

Youra Livzschitz vatte post op de plaats waar hij dacht dat de locomotief tot stilstand zou komen. Ondertussen plaatste Robert de met rood zijdepapier overtrokken stormlamp aan het einde van de bocht tussen de sporen. Volgens het treinreglement diende iedere trein immers te stoppen voor het rood signaal. Youra zat bij de rode stormlamp, Robert had zich in het midden opgesteld en Jean stond waar de achterste wagons zouden moeten stoppen.

Om 22 uur vertrok het XXste Transport uit Mechelen. Korte tijd daarna naderde de trein de plaats waar de drie jongemannen hun hinderlaag hadden gelegd. Machinist Buvens zag de rode stormlamp pas op het laatste ogenblink.

Aan zijn dochter deed de machinist later het verhaal: „Plots zag ik een rood licht in de sporen staan. Ik kon heel goed zien dat het geen licht van de spoorweg was maar ik ben toch gestopt. Zodra ik stilstond begon men vanuit het bos te schieten. Toen begreep ik waarom dat rode licht daar stond. Ik zei tegen mijn stoker: „Kom jongen wij gaan tussen de kolen liggen. Daar is een dikke plaat, daar zijn we het veiligst.” Maar het duurde niet lang of de Duitse officier en twee soldaten kwamen mij roepen. Ik moest bij hen komen langs de kant van het veld, beschermd door de locomotief. De officier moest weten waarom ik gestopt was. Ik zei: „Als er een rood licht staat, moet ik stoppen.” „Wat betekend dat licht?” vroeg hij. Ik zei dat ik het niet wist. Na enige tijd hield het schieten op. Toen moest ik voorop langs de sporen gaan, naar het licht toe. De twee soldaten achter mij met hun geweest op mij gericht en daarachter de luitenant. Wij waren nog niet aan het licht gekomen toen het schieten herbegon. Vanuit de laatste wagon schoten de Duitse soldaten nu ook terug. Na een tijdje kregen de twee soldaten het bevel om het licht kapot te schieten. Ik heb nog in mijn eigen moeten lachen, want het had nogal wat in eer ze het konden raken. Dan zei de officier: „Kom kijken en als ingestapt ben, rij dan verder.” Toen ik weer op de locomotief kwam, lag de stoker nog altijd tussen de kolen. Ik heb de trein terug in gang gezet zodat we stapvoets reden en ben weer bij de stoker gaan liggen. Eens de plaats waar volgens mij het licht stond voorbij, heb ik de locomotief weer in hoge snelheid gezet en de stoker aangemaand mo goed te stoken. Ik was opgelucht dat het voor ons zo afgelopen was. Natuurlijk, voor de joden was het wat anders.

De agenten van de Schutzpolizei hadden zich verdeeld over twee treinwagons: een wagon vlak achter de locomotief en een andere helemaal aan het einde van de trein. Daar hadden de aanvallers niet op gerekend. Vooral de bewakers vooraan stuurden de planning van Livschitz danig in de war. Er werd meteen terug geschoten. Ook stapten er twee bewakers uit waardoor hij op de vlucht moest slagen. Jean Franklemon ging naar de laatste wagon lopen en proberen de prikkeldraad over te knippen. Maar nog voor Franklemon de wagon kon openen, moest ook hij zijn actie staken aangezien een bewaker uit de laatste wagon zijn vuurwapen op hem had gericht.

Robert Maistriau vertelde na de oorlog: „Wij liggen in het struikgewas. Bonkende harten. Geknars van remmen. Het was onwezenlijk. We keken elkaar aan. Opeens dat besef. Hij is gestopt. Hij is gestopt! Daar stond die trein, in het donker. Seconden, minuten – ik weet het niet meer – zijn verstreken. Er gebeurde niks. Geen geluid, niks. Ik zat in die berm. Ik dacht: dit wordt mijn dood. Ik ben overeind gekropen en heb mijn nijptang bovengehaald. Ik heb geaarzeld. Te lang, misschien. Maar ik heb mijn zaklamp genomen en ben naar de wagon gelopen.

de ontsnapping

Maistriau liep naar de zeventiende wagon waarin de gevangenen met de nummers 736 tot 788 zaten opgesloten. Hij knipte met een ijzertang de prikkeldraad door die rond de grendel van de schuifdeur zat en slaagde hij erin de wagondeur open te schuiven. Met zijn zaklamp scheen hij naar binnen in de wagon. Vervolgens riep Maistriau naar de gedeporteerden: „Fliehen Sie, fliehen Sie.’ Het was een zinnetje dat Livschitz hem had geleerd omdat hij geloofde dat veel gevangenen veeleer Duits dan Frans zouden verstaan.

datavisualisatie van cijfers uit boek

1631 vertrokken

236 ontsnapt

120 niet meer gearresteerd

90 opnieuw gearresteerd

26 neergeschoten

1395 toegekomen

874 onmiddellijk vergast

521 geselecteerd voor werk

151 overleefd

237 kinderen: 127 meisjes, 110 jongens

261 ouder dan zestig jaar

Sonderlist: 19 namen; 18 mannen en 1 vrouw

tabel beroepen

tabel origine

Tekst dossier voorstel

Deze tekst is gebruikt in het dossier samen met de duidende afbeeldingen.

Dossier:

Concept

wandeling:

De wandeling vertrekt in de Dossinkazerne en dit met exact 1631 mensen. Het gaat om een symbolische wandeling die als doel heeft ervoor te zorgen dat deze feiten niet vergeten worden maar met het nodige respect worden herdacht. Het aantal deelnemers aan deze wandeling is 1631, dit aantal staat symbool voor de 1631 gedeporteerden die op het XXste Transport zaten. De wandeling op zich is het startschot van een hele reeks herdenkingsactiviteiten zoals de tijdelijke tentoonstelling in Dossinkazerne, een publicatie, een educatief pakket en dergelijke. Tijdens de wandeling van ongeveer 6 km zorgt een licht- en hoorspel voor de ultieme beleving van de feiten die zich voordeden op 19 april 1943. Het hoorspel kan zowel tijdens de wandeling als op de tijdelijke tentoonstelling gebruikt worden. Bij de start van de wandeling krijgen de deelnemers een audiogids, die op bepaalde punten van het traject zal geactiveerd worden.

In hun oortjes horen de deelnemers bij het begin een gedicht voordragen: …………… .Tijdens de wandeling horen de deelnemer getuigenissen van of verhalen over de mensen die op dit transport zaten. De vertellingen worden afgewisseld met muziekfragmenten. Dit kan speciaal voor dit event gecomponeerde muziek zijn of bestaande muziek van Joodse componisten of muziek uit die periode. Voorstel Amber? Op de achtergrond hoor je in het begin wat gestommel, geroep en vervolgens een trein die traag vertrekt. Later zal dit geluid aanzwellen tot het moment waarop piepende remmen te horen zijn en alle geluid stil valt. Dan beginnen de geweerschoten en het geroep. Dit gebeurt op de plaats van de bevrijding. Daarna komt de trein terug rustig op gang.

borden:

Langs de kant van de spoorweg zullen borden staan van in Mechelen tot aan het rode baken tussen Boortmeerbeek en Haacht. Op deze borden is telkens de naam van een van de gedeporteerden te zien alsook hun nummer en eventuele foto indien deze gekend is. Ook hun geboorte- en – indien gekend – de sterftedatum. Op deze manier krijgen mensen een indruk van de verschillende leeftijden die op dit transport zaten. Door middel van de kleur die gebruikt wordt op de borden wordt er een onderscheid gemaakt tussen degenen die de horror overleefd hebben, degenen die succesvol ontsnapt zijn en degenen die deze tragische gebeurtenissen niet overleefd hebben.

lichtspel:

De reden waarom er in eerste instantie voor een lichtspel gegaan wordt is aangezien licht in het Joodse geloof ontzettend belangrijk is. Het symboliseert de hoop maar ook het leven dus alles waar dit transport over ging.

Het lichtspel begint reeds bij aanvang van de wandeling. Op de plaats waar de stormlamp zou gestaan hebben voor de ontsnapping zal een rode zoeklamp de lucht in schijnen. Deze is reeds zichtbaar van op enkele kilometers dus ook vanuit Dossinkazerne. De mensen stappen als het ware naar dit lichtpunt van hoop toe. Tijdens de wandeling zullen de borden die langs het traject opgesteld staan langs onder met een spot verlicht worden die zijn energie haalt uit een zonnepaneeltje. Nadien – als de borden blijven staan – is dit niet meer het geval. Door het gebruik van fluorescerende verf in de borden zullen – indien er ‘s nachts/ in het donker een trein langskomt – de borden zichzelf verlichten en nog steeds zichtbaar zijn voor de eventuele passagiers in de trein.

Een volgend punt waar licht zeer belangrijk zal zijn is op het einde. Als de deelnemers aankomen aan het einde van de wandeling, op de grens Boortmeerbeek/Haacht brandt alleen de rode lichtbaken. In hun oortjes horen de deelnemers een gedicht voordragen: Schwarze Flocken van de Joodse dichter Paul Celan uit 1943.  Muziek weerklinkt, eerst rustig en sereen, stilaan aanzwellend terwijl ook het licht dit tempo volgt – want naast de rode spot zullen tegelijkertijd 1631 witte lampjes aangaan – tot een apotheose weerklinkt en de hele plek baadt in het licht. De wandeling wordt beëindigd met de ‘Ode an die Freude’.

Extra’s:

publicatie:

De mensen krijgen tijdens de wandeling ook een publicatie mee. Hierin staat het verhaal dat hen wordt verteld, de getuigenissen en de foto’s en/of namen van de gedeporteerden. Deze kan nadien ook verkocht worden om zo mee het event te financieren.

tijdelijke tentoonstelling Dossinkazerne:

Bovenaan het nieuwe gebouw van de Dossinkazerne is een ruimte vrijgehouden voor tijdelijke tentoonstellingen. Daar kan gedurende een aantal weken een tentoonstelling lopen i.v.m. de bevrijding op het XXste transport. Zoals reeds gezegd kunnen hier elementen uit de start van de herdenking gebruikt worden zoals het hoorspel, de publicatie en de getuigenissen. Ook zijn er videobeelden van getuigenissen voorhanden die hier gebruikt kunnen worden.

Relevantie: herinneringseducatie

De relevantie van het hele project bevindt zich in de herinneringseducatie waar momenteel veel aandacht voor is, 100 jaar na de eerste Wereldoorlog. Het is de bedoeling om de gebeurtenissen van de 75 jaar geleden met eer te herdenken.

Samenwerking:

De Dossinkazerne:

voor de locatie, publiciteit en ter beschikking stellen van hun research

De Vlaamse overheid:

Voor financiële steun

De gemeentes Mechelen, Boortmeerbeek, Haacht:

Om te zorgen dat het event – dat bij alle drie de gemeentes historie heeft – mogelijk gemaakt kan worden aangezien deze op de verschillende grondgebieden zal plaatsvinden.

De NMBS:

Om voor 1 avond de sporen ter beschikking te stellen.

Maar ook om het mogelijk te maken de borden er te plaatsen en te laten staan voor enige tijd.

Het conservatorium van Mechelen voor de stemmen en muziek voor het hoorspel: Voor het inspreken van de stemmen zouden we bovendien ook beroep kunnen doen op enkele bv’s zoals Jan DeCleir of woordkunstenaar Francis Verdoodt (ook van de streek trouwens).

Voor de muziek vervolgens zouden we de Kolachni broers en Scala contacteren. Nadien kan de cd trouwens ook verkocht worden.

Lucht en verkeersveiligheid:

Voor de rode lamp die naar boven schijnt moeten we zeker toestemming hebben zodanig dat deze niet storend is voor eventuele vliegtuigen en dergelijke.

Uniek: 1 avond maar als startschot voor een reeks evenementen

Verhouding:

eenmalige wandeling

tijdelijke tentoonstelling in de Dossinkazerne

borden blijven staan langs de spoorweg zodat mensen ook gewoon op de trein de beleving kunnen ervaren.

publicatie voor en na wandeling die verkocht kan worden of als deel van de tijdelijke tentoonstelling kan gebruikt worden.

Link naar:

Dossinkazerne

waar we ontzettend goed onthaald zijn en al de info mochten gebruiken die er voorhanden is.

boek XXste konvooi

Hier stond duidelijk wat er waar is gebeurd maar ook wat er aan vooraf is gegaan. Dit boek en de tekst erin zou deels kunnen gebruikt worden voor in het hoorspel en de publicatie.

getuigenis Regina Korchmal

In dit boek werden nog enkele zaken verduidelijkt i.v.m. het vertrek en wat er tijdens het transport is gebeurd als ook de verdeeldheid binnen de wagons.

website met getuigenissen

Hier konden we veel informatie vinden van mensen die het transport hebben overleefd en dit konden delen.

sleutelmoment: ontmoeting Laurance Schram

Tijdens de zoektocht kwamen we al snel in contact met Laurance Schram wie al bijna 10 jaar met haar onderzoek bezig was over onder andere het XXste transport en net haar thesis hierrond had afgewerkt. Ook zij gaf ons toegang tot een ontzettend groot deel van het archief omtrent deze materie. Enkele van deze zaken hebben we enkel daar kunnen bekijken en beluisteren zoals de video getuigenissen en mogen wel gebruikt worden in bv een tentoonstelling maar niet in een privé werk of buiten de Dossinkazerne.

Beelden en foto’s:

by night to be continued

…. zelf nog te maken en bewerken …

Schwarze Flocken van Paul Celan

Schnee ist gefallen, lichtlos. Ein Mond
ist es schon oder zwei, dass der Herbst unter mönchischer Kutte
Botschaft brachte auch mir, ein Blatt aus ukrainischen Halden:

»Denk, dass es wintert auch hier, zum tausendstenmal nun
im Land, wo der breiteste Strom fließt:
Jakobs himmlisches Blut, benedeiet von Äxten …
O Eis von unirdischer Röte – es watet ihr Hetman mit allem
Tross in die finsternden Sonnen … Kind, ach ein Tuch,
mich zu hüllen darein, wenn es blinket von Helmen,
wenn die Scholle, die rosige, birst, wenn schneeig stäubt das Gebein
deines Vaters, unter den Hufen zerknirscht
das Lied von der Zeder …
Ein Tuch, ein Tüchlein nur schmal, dass ich wahre
nun, da zu weinen du lernst, mir zur Seite
die Enge der Welt, die nie grünt, mein Kind, deinem Kinde!«

Blutete, Mutter, der Herbst mir hinweg, brannte der Schnee mich:
sucht ich mein Herz, dass es weine, fand ich den Hauch, ach des Sommers,
war er wie du.
Kam mir die Träne. Webt ich das Tüchlein.

schwarze flocken

Proces

Momenteel ben ik bezig met het plaatsen van de foto’s van de gedeporteerden samen met hun naam en nummer. Omdat ik nog volop bezig ben hier reeds een kleine teaser. De reden van deze post is echter een beetje anders. Het heeft een ontzettende impact om al deze foto’s en namen te zien voorbij komen. Elke nummer heeft een gezicht, een naam, een eigen verhaal en had recht op vrijheid. Voor mij persoonlijk is dit ontzettend confronterend en moest dit even delen met wie dan ook die dit leest. Dit doet me eens zo zeer beseffen dat mijn masterproef echt een impact zal moeten hebben om deze gruwel te kunnen vertellen/vertalen al is het maar een klein stukje van dit grotere geheel.

Schermafbeelding 2015-04-23 om 10.16.26